Kiliaen van Rensselaer, Amsterdamse kolonist met Hasselter roots

Sjaak Onderdelinden

De connectie van Kiliaen van Rensselaer (1586-1643) met Overijssel is, dat zijn geboortehuis in Hasselt stond. Zijn familie maakte deel uit van het daar gelegerde garnizoen dat geregeld strijd moest leveren met Spaanse legereenheden ten tijde van de Tachtigjarige Oorlog.

De Van Rensselaers speelden tijdens de Opstand een stevige rol, zodat de veelal Gelderse familiebezittingen, vooral geconcentreerd rond Nijkerk, vaak vanwege oorlogshandelingen verlaten moesten worden. Maar nauwelijks was de zeventiende eeuw aangebroken, of belangrijke veranderingen dienden zich aan. De Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden ontwikkelde zich tot koloniale macht met expansie naar Oost en West en een verbluffende explosie van kleine stadjes, die plotseling echte grote steden werden. Amsterdam voorop. Later zou die tijd de Gouden Eeuw van Nederland genoemd gaan worden, al was natuurlijk lang niet alles goud wat blonk.

Maar voor een ambitieus type als Kiliaen van Rensselaer blonk wel degelijk de handel in goud en zilver: Hij trok in het begin van de nieuwe eeuw van Hasselt naar wereldstad Amsterdam om zich in de goud-, zilver- en juwelenhandel te bekwamen. Dat lukte. Ook door zorgvuldig een netwerk op te bouwen, werd Van Rensselaer snel een vermogend en dus vooraanstaand burger van Amsterdam. Bij de oprichting van de West-Indische Compagnie (1621) speelde hij een leidende rol. Aan de basis stond een heel specifieke opvatting over het verschil tussen arm en rijk: In een brief van 25 november 1633 maakte hij duidelijk dat armen, te vergelijken met een stervende plant of een lekkend dak, alleen met de grootste inspanning iets te zoeken hadden bij de koloniale expansie van de Nederlanden. Zoals de lamme de blinde, zo konden rijke investeerders avontuurlijke en hard werkende arme mensen de weg wijzen naar koloniaal succes, aldus Van Rensselaer (Venema, p.241).

Geboortehuis van Kiliaen van Rensselaer in Hasselt

Afgezien van de onbedoeld ongelukkige vergelijking van rijke mensen met verlamden, om van de arme blinden maar liever te zwijgen, is Van Rensselaers denkrichting duidelijk: Vanuit zijn comfortabele rijkdom in Amsterdam kon hij de koloniale ontwikkelingen van de WIC prima helpen aansturen en bovendien een eigen kolonie in Noord-Amerika opstarten:”Rensselaerswijck”. Zelf is hij de Grote Plas nooit overgestoken, zijn zonen wel, zodat de naam Van Rensselaer in New York nog steeds een bekende klank heeft. De kolonie Rensselaerswijck lag overigens wat meer westelijk, ter hoogte van het huidige Albany. Maar de oorspronkelijke naamgever is daar dus nooit geweest – hij bestuurde vanuit Amsterdam. Ter plekke werd het werk gedaan door arbeiders, soms door witte kolonisten, maar ook door slaafgemaakte mensen van kleur. Binnen enkele jaren nadat de eerste Europese families zich in Nederlands Noord-Amerika vestigden, werden slaafgemaakte Afrikanen naar de kolonie gebracht. Het systeem van slavernij werd al vroeg geïntroduceerd door de WIC en bleef prominent aanwezig in de regio, ook in de Nederlands-Amerikaanse gemeenschappen, zelf lang nadat de WIC het gebied aan de Engelsen was kwijtgeraakt.

Het lijkt wel, of in deze periode slavernij schokschouderend geaccepteerd werd als een vorm van contractarbeid. Geloof stond ver boven ras; heidenen, maar vooral Roomsen moesten zo snel mogelijk tot het ene ware geloof bekeerd worden. Dat was natuurlijk het Protestantisme. Portugese slaafgemaakten, uit Afrika of Zuid-Amerika, mochten best te werk gesteld worden, maar alleen als ze zich aan evangelisatie onderwierpen. De Tachtigjarige Oorlog was tenslotte voor een belangrijk deel godsdienstoorlog. Kiliaen vond het allemaal best, zolang er maar goed verdiend werd (Venema, p.282). Stond enerzijds dus het geloof in belang ver boven het ras, duidelijk is daarnaast het overweldigende gevoel van superioriteit. Hoe humaan wit tegenover zwart was, leren we niet bij Kiliaen.

Kiliaen van Rensselaer

Bronnen

Janny Venema: Kiliaen van Renselaer (1586-1643). Designing a New World. Hilversum 2010.